2017-02-05
Datum
zondag 5 februari 2017
Predikant
ds. J. Lohuis
Tekst
Lukas 6:5
-
TekstEn Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.
-
ZingenPsalm 119:14 en 17
Psalm 79:4 (na de wet)
Psalm 92:1 en 3
Psalm 116:4
Gebed des Heeren : 3 -
PuntenPsalm 119:14 en 17
Psalm 79:4 (na de wet)
Psalm 92:1 en 3
Psalm 116:4
Gebed des Heeren : 3 -
Schriftlezing1 Samuël 21:1-6
1 Toen kwam David te Nob, tot den priester Achimélech; en Achimélech kwam bevende David tegemoet, en hij zeide tot hem: Waarom zijt gij alleen, en geen man met u?
2 En David zeide tot den priester Achimélech: De koning heeft mij een zaak bevolen, en zeide tot mij: Laat niemand iets van de zaak weten, om dewelke ik u gezonden heb, en die ik u geboden heb; den jongelingen nu heb ik de plaats van zulk een te kennen gegeven.
3 En nu wat is er onder uw hand? Geef mij vijf broden in mijn hand, of wat er gevonden wordt.
4 En de priester antwoordde David, en zeide: Er is geen gemeen brood onder mijn hand; maar er is heilig brood, wanneer zich de jongelingen slechts van de vrouwen onthouden hebben.
5 David nu antwoordde den priester, en zeide tot hem: Ja trouwens, de vrouwen zijn ons onthouden geweest gisteren en eergisteren, toen ik uitging, en de vaten der jongelingen zijn heilig; en het is enigerwijze gemeen brood, te meer dewijl heden ander in de vaten zal geheiligd worden.
6 Toen gaf de priester hem dat heilige brood, dewijl er geen brood was dan de toonbroden, die van voor het aangezicht des HEEREN weggenomen waren, dat men er warm brood legde, ten dage als dat weggenomen werd.
Lukas 5:33-39
33 En zij zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes dikmaals, en doen gebeden, desgelijks ook de discipelen der Farizeën, maar de Uwe eten en drinken?
34 Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?
35 Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, dan zullen zij vasten in die dagen.
36 En Hij zeide ook tot hen een gelijkenis: Niemand zet een lap van een nieuw kleed op een oud kleed; anders zo scheurt ook dat nieuwe het oude, en de lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen.
37 En niemand doet nieuwen wijn in oude lederzakken; anders zo zal de nieuwe wijn de lederzakken doen bersten, en de wijn zal uitgestort worden, en de lederzakken zullen verderven.
38 Maar nieuwen wijn moet men in nieuwe lederzakken doen, en zij worden beide te zamen behouden.
39 En niemand, die ouden drinkt, begeert terstond nieuwen; want hij zegt: De oude is beter.
Lukas 6:1-5
1 En het geschiedde op den tweeden eersten sabbat, dat Hij door het gezaaide ging; en Zijn discipelen plukten aren, en aten ze, die wrijvende met de handen.
2 En sommigen der Farizeën zeiden tot hen: Waarom doet gij, wat niet geoorloofd is te doen op de sabbatten?
3 En Jezus, hun antwoordende, zeide: Hebt gij ook dat niet gelezen, hetwelk David deed, wanneer hem hongerde, en dengenen, die met hem waren?
4 Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, en de toonbroden genomen en gegeten heeft, en ook gegeven dengenen, die met hem waren, welke niet zijn geoorloofd te eten, dan alleen den priesteren.
5 En Hij zeide tot hen: De Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2017-02-05