2017-05-07
Datum
zondag 7 mei 2017
Predikant
ds. J. Lohuis
Tekst
HC Zondag 29:(a)
-
TekstVr. 78: Wordt dan uit brood en wijn het wezenlijk lichaam en bloed van Christus?
Antw: Neen; maar gelijk het water in den Doop niet in het bloed van Christus veranderd wordt, noch de afwassing der zonden zelf is (waarvan het alleen een Goddelijk waarteken en verzekering is), alzo wordt ook het brood in het Avondmaal niet het lichaam van Christus zelf, hoewel het naar den aard en de eigenschap der Sacramenten het lichaam van Christus Jezus genaamd wordt.
Vr. 79: Waarom noemt dan Christus het brood zijn lichaam en den drinkbeker zijn bloed, of het nieuwe Testament in zijn bloed, en Paulus de gemeenschap des lichaams en bloeds van Christus?
Antw: Christus spreekt alzo niet zonder grote oorzaak; namelijk, niet alleen om ons daarmede te leren, dat, gelijk als brood en wijn dit tijdelijk leven onderhouden, alzo ook zijn gekruisigd lichaam en zijn vergoten bloed de waarachtige spijs en drank zijn, waardoor onze zielen ten eeuwigen leven gevoed worden; maar veelmeer om ons door deze zichtbare tekenen en panden te verzekeren, dat wij zo waarachtiglijk zijns waren lichaams en bloeds door de werking des Heiligen Geestes deelachtig worden, als wij deze heilige waartekenen met den lichamelijken mond tot zijn gedachtenis ontvangen, en dat al zijn lijden en gehoorzaamheid zo zekerlijk onze eigene is, als hadden wijzelf in onze eigen persoon alles geleden en Gode voor onze zonden genoeg gedaan. -
ZingenPsalm 132:6 en 7
Psalm 90:7 (na de wet)
Psalm 110:1, 2, 3 en 4
Psalm 23:1
Psalm 106:3 -
Punten1. De zegenende Hogepriester
2. De roomse dwaling
3. De Bijbelse betekenis -
SchriftlezingGenesis 14:14-24
14 Als Abram hoorde, dat zijn broeder gevangen was, zo wapende hij zijn onderwezenen, de ingeborenen van zijn huis, driehonderd en achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe.
15 En hij verdeelde zich tegen hen des nachts, hij en zijn knechten, en sloeg ze; en hij jaagde hen na tot Hoba toe, hetwelk is ter linkerhand van Damaskus.
16 En hij bracht alle have weder, en ook Lot zijn broeder en deszelfs have bracht hij weder, als ook de vrouwen, en het volk.
17 En de koning van Sódom toog uit, hem tegemoet (nadat hij wedergekeerd was van het slaan van Kedor laómer, en van de koningen, die met hem waren), tot het dal Schave, dat is, het dal des konings.
18 En Melchizédek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.
19 En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!
20 En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En hij gaf hem de tiende van alles.
21 En de koning van Sódom zeide tot Abram: Geef mij de zielen; maar neem de have voor u.
22 Doch Abram zeide tot den koning van Sódom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit;
23 Zo ik van een draad aan tot een schoenriem toe, ja, zo ik van alles, dat het uwe is, iets neme! opdat gij niet zegt: Ik heb Abram rijk gemaakt!
24 Het zij buiten mij; alleen wat de jongelingen verteerd hebben, en het deel dezer mannen, die met mij getogen zijn, Aner, Eskol en Mamre, laat die hun deel nemen!
Psalm 23
1 Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.
2 Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
3 Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil.
4 Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
5 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.
6 Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2017-05-07