2007-07-22
De naam Jezus
Datum
zondag 22 juli 2007
Predikant
ds. M. van Kooten
Tekst
HC Zondag 11
-
TekstVr. 29: Waarom wordt de Zone Gods Jezus, dat is, Zaligmaker, genoend?
Antw: Omdat Hij ons zalig maakt en van al onze zonden verlost: daarbenevens,dat bij niemand anders enige zaligheid te zoeken of te vinden is.
Vr. 30: Geloven dan die ook aan den enigen Zaligmaker Jezus, die hun zaligheid en welvaart bij de heiligen, bij zichzelf,of ergens elders zoeken?
Antw: Neen zij: maar zij verloochenen met de daad den enigen Heiland en Zaligmaker Jezus, ofschoon zij met den mond in Hem roemen: want van tweeen een: of Jezus moet geen volkomen Zaligmaker zijn, of die dezen Zaligmaker met waar geloof aannemen, moeten alles in Hem hebben, dat tot hun zaligheid van node is. -
ZingenLofzang van Maria : 3
Psalm 72:6, 7 en 11
Psalm 9:10 en 2
Psalm 52:7 -
Punten1. Een uitnemende Naam
2. Een uitsluitende Naam
3. Een uitnodigende Naam -
Schriftlezing26 En een engel des Heeren sprak tot Filippus, zeggende: Sta op, en ga heen tegen het zuiden, op den weg, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is.
27 En hij stond op en ging heen: en ziet, een Moorman, een kamerling, en een machtig heer van Candace, de koningin der Moren, die over al haar schat was, welke was gekomen om aan te bidden te Jeruzalem:
28 En hij keerde wederom, en zat op zijn wagen, en las den profeet Jesaja.
29 En de Geest zeide tot Filippus: Ga toe, en voeg u bij dezen wagen.
30 En Filippus liep toe, en hoorde hem den profeet Jesaja lezen, en zeide: Verstaat gij ook, hetgeen gij leest?
31 En hij zeide: Hoe zou ik toch kunnen, zo mij niet iemand onderricht? En hij bad Filippus, dat hij zou opkomen, en bij hem zitten.
32 En de plaats der Schriftuur, die hij las, was deze: Hij is gelijk een schaap ter slachting geleid: en gelijk een lam stemmeloos is voor dien, die het scheert, alzo doet Hij Zijn mond niet open.
33 In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen: en wie zal Zijn geslacht verhalen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
34 En de kamerling antwoordde Filippus en zeide: Ik bid u, van Wien zegt de profeet dit, van zichzelven, of van iemand anders?
35 En Filippus deed zijn mond open en beginnende van diezelfde Schrift, verkondigde hem Jezus.
36 En alzo zij over weg reisden, kwamen zij aan een zeker water: en de kamerling zeide: Ziedaar water: wat verhindert mij gedoopt te worden?
37 En Filippus zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd. En hij, antwoordende, zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is.
38 En hij gebood den wagen stil te houden: en zij daalden beiden af in het water, zo Filippus als de kamerling, en hij doopte hem.
39 En toen zij uit het water waren opgekomen, nam de Geest des Heeren Filippus weg, en de kamerling zag hem niet meer: want hij reisde zijn weg met blijdschap.
40 Maar Filippus werd gevonden, te Azote: en het land doorgaande, verkondigde hij het Evangelie in alle steden, totdat hij te Cesarea kwam.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2007-07-22