2014-11-23
De stad van God
Datum
zondag 23 november 2014
Predikant
ds. D.J. Budding
Tekst
Openbaring 22 : 1-5
-
TekstEn hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams. In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht: en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen. En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn: en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen: En zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben: want de Heere God verlicht hen: en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid.
-
ZingenPsalm 119:32 en 40
Psalm 113:3 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 42:1, 5 en 7
Psalm 138:1
Psalm 45:7 -
Punten1. Het voedsel in die stad
2. De zaligheid in die stad
3. Het licht in die stad -
SchriftlezingOpenbaring 21:9-27
9 En tot mij kwam een van de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, welke vol geweest waren van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts, ik zal u tonen de Bruid, de Vrouw des Lams.
10 En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God.
11 En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was den allerkostelijksten steen gelijk, namelijk als den steen Jaspis, blinkende gelijk kristal.
12 En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de namen der twaalf geslachten der kinderen Israels.
13 Van het oosten waren drie poorten, van het noorden drie poorten, van het zuiden drie poorten, van het westen drie poorten.
14 En de muur der stad had twaalf fondamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen des Lams.
15 En hij die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten, en haar muur.
16 En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als haar breedte. En hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend stadien: de lengte, en de breedte, en de hoogte derzelve waren even gelijk.
17 En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, naar de maat eens mensen, welke des engels was.
18 En het gebouw van haar muur Jaspis: en de stad was zuiver goud, zijnde zuiver glas gelijk.
19 En de fondamenten van den muur der stad waren met allerlei kostelijk gesteente versierd. Het eerste fondament was Jaspis, het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd.
20 Het vijfde Sardonix, het zesde Sardius, het zevende Chrysoliet, het achtste Beryl, het negende Topaas, het tiende Chrysopraas, het elfde Hyacinth, het twaalfde Amethyst.
21 En de twaalf poorten waren twaalf paarlen, een iedere poort was elk uit een paarl: en de straat der stad was zuiver goud: gelijk doorluchtig glas.
22 En ik zag geen tempel in dezelve: want de Heere, de almachtige God, is haar Tempel, en het Lam.
23 En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen: want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars.
24 En de volken, die zalig worden, zullen in haar licht wandelen: en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve.
25 En haar poorten zullen niet gesloten worden des daags: want aldaar zal geen nacht zijn.
26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen.
27 En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt: maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams.
Openbaring 22:1-5
1 En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams.
2 In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht: en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen.
3 En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn: en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen:
4 En zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn.
5 En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben: want de Heere God verlicht hen: en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2014-11-23