2019-02-17
Datum
zondag 17 februari 2019
Athanasius 4
Predikant
ds. J. Lohuis
Tekst
Geloofsbelijdenis van Athanasius Artikel 13-20
-
TekstDesgelijks is de Vader almachtig, de Zoon almachtig, de Heilige Geest almachtig; en nochtans zijn het niet drie Almachtigen, maar één Almachtige. Alzo is ook de Vader God, de Zoon God, de Heilige Geest God; en nochtans zijn het niet drie Goden, maar het is één God; alzo is de Vader Heere, de Zoon Heere, de Heilige Geest Heere; en nochtans zijn het niet drie Heeren, maar het is één Heere; want gelijk wij door de Christelijke waarheid genoodzaakt worden, een iegelijk Persoon afzonderlijk God of Heere te noemen, alzo is ons ook door het algemeen geloof verboden drie Goden of Heeren te belijden.
-
ZingenPsalm 24:1 en 4
Psalm 25:6 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 93:1, 2, 3 en 4
Psalm 89:15
Psalm 68:17 -
Punten1. De almacht van God (art 13-14)
2. Twee namen van God (art 15-18)
3. De Drie-eenheid van God (art 19-20) -
SchriftlezingPsalmen 24:1-10
1 Een psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen.
2 Want Hij heeft ze gegrond op de zeeën, en heeft ze gevestigd op de rivieren.
3 Wie zal klimmen op den berg des HEEREN, en wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid?
4 Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert;
5 Die zal den zegen ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den God zijns heils.
6 Dat is het geslacht dergenen, die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken, dat is Jakob! Sela.
7 Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga!
8 Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in den strijd.
9 Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga!
10 Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela.
Handelingen 5:1-11
1 En een zeker man, met name Ananías, met Saffira, zijn vrouw, verkocht een have;
2 En onttrok van den prijs, ook met medeweten zijner vrouw; en bracht een zeker deel, en legde dat aan de voeten der apostelen.
3 En Petrus zeide: Ananías, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heiligen Geest liegen zoudt, en onttrekken van den prijs des lands?
4 Zo het gebleven ware, bleef het niet uw, en verkocht zijnde, was het niet in uw macht? Wat is het, dat gij deze daad in uw hart hebt voorgenomen? Gij hebt den mensen niet gelogen, maar Gode.
5 En Ananías, deze woorden horende, viel neder en gaf den geest. En er kwam grote vrees over allen, die dit hoorden.
6 En de jongelingen, opstaande, schikten hem toe, en droegen hem uit, en begroeven hem.
7 En het was omtrent drie uren daarna, dat ook zijn vrouw daar inkwam, niet wetende, wat er geschied was;
8 En Petrus antwoordde haar: Zeg mij, hebt gijlieden het land voor zoveel verkocht? En zij zeide: Ja, voor zoveel.
9 En Petrus zeide tot haar: Wat is het, dat gij onder u hebt overeengestemd te verzoeken den Geest des Heeren? Zie, de voeten dergenen, die uw man begraven hebben, zijn voor de deur, en zullen u uitdragen.
10 En zij viel terstond neder voor zijn voeten, en gaf den geest. En de jongelingen ingekomen zijnde, vonden haar dood en droegen ze uit, en begroeven haar bij haar man.
11 En er kwam grote vreze over de gehele Gemeente, en over allen, die dit hoorden.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2019-02-17