2020-03-11
Datum
woensdag 11 maart 2020
Bijbellezing
Predikant
ds. J. Lohuis
Tekst
1 Koningen 3:1-15
-
TekstTe Gíbeon verscheen de HEERE aan Sálomo in een droom des nachts en God zeide: Begeer wat Ik u geven zal.
-
ZingenPsalm 119:63 en 64
Psalm 145:6 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 45:5 en 6
Psalm 81:12
Psalm 25:7 -
Punten1. Het huwelijk van Salomo (vs 1)
2. De godsdienst van Salomo (vs 2-4 en 15)
3. De droom van Salomo (vs 5-14) -
Schriftlezing1 En Sálomo verzwagerde zich met Faraö, den koning van Egypte; en nam de dochter van Faraö, en bracht ze in de stad Davids totdat hij voleind zou hebben het bouwen van zijn huis, en het huis des HEEREN, en den muur van Jeruzalem rondom.
2 Alleenlijk offerde het volk op de hoogten, want geen huis was den Naam des HEEREN gebouwd, tot die dagen toe.
3 En Sálomo had den HEERE lief, wandelende in de inzettingen van zijn vader David; alleenlijk offerde hij en rookte op de hoogten.
4 En de koning ging naar Gíbeon, om aldaar te offeren, omdat die hoogte groot was; duizend brandofferen offerde Sálomo op dat altaar.
5 Te Gíbeon verscheen de HEERE aan Sálomo in een droom des nachts en God zeide: Begeer wat Ik u geven zal.
6 En Sálomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.
7 Nu dan, HEERE, mijn God! Gij hebt Uw knecht koning gemaakt in de plaats van mijn vader David; en ik ben een klein jongeling, ik weet niet uit te gaan noch in te gaan.
8 En Uw knecht is in het midden van Uw volk, dat Gij verkoren hebt, een groot volk, hetwelk niet kan geteld noch gerekend worden, vanwege de menigte.
9 Geef dan Uw knecht een verstandig hart, om Uw volk te richten, verstandelijk onderscheidende tussen goed en kwaad; want wie zou dit Uw zwaar volk kunnen richten?
10 Die zaak nu was goed in de ogen des HEEREN, dat Sálomo deze zaak begeerd had.
11 En God zeide tot hem: Daarom dat gij deze zaak begeerd hebt, en niet begeerd hebt, voor u vele dagen, noch voor u begeerd hebt rijkdom, noch begeerd hebt de ziel uwer vijanden; maar hebt begeerd verstand voor u, om gerichtszaken te horen;
12 Zie, Ik heb gedaan naar uw woorden; zie, Ik heb u een wijs en verstandig hart gegeven, dat uws gelijke vóór u niet geweest is, en uws gelijke na u niet opstaan zal.
13 Zelfs ook wat gij niet begeerd hebt, heb Ik u gegeven, beide rijkdom en eer; dat uws gelijke niemand onder de koningen al uw dagen zijn zal.
14 En zo gij in Mijn wegen wandelen zult, onderhoudende Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als uw vader David gewandeld heeft, zo zal Ik ook uw dagen verlengen.
15 En Sálomo waakte op, en ziet, het was een droom. En hij kwam te Jeruzalem, en stond voor de ark des verbonds des HEEREN, en offerde brandofferen, en bereidde dankofferen, en maakte een maaltijd voor al zijn knechten.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2020-03-11